Carola van 't Hof, Discovery Museum
Tijdens de bijeenkomst Samen Inclusief Verder op maandag 20 maart in Beeld & Geluid verzorgde Dyonna Benett op verzoek van de Actiegroep Publiek de workshop ‘in contact met je niet-bezoeker’. Een verslag van Carola van ’t Hof van de Actiegroep Publiek.
De actiegroep Publiek heeft tijdens de tweede fase van het programma Samen Inclusief de focus gericht op de niet-bezoeker van onze instellingen. In twee eerdere sessies werd bekeken hoe de omgeving in kaart gebracht kan worden om zo zicht te krijgen op welke groepen nog ondervertegenwoordigd zijn in het publiek van je instelling en hoe je vervolgens een groep identificeert waar je als museum mee in contact wil komen.
Deze workshop van Dyonna Benett ging in op de vraag: hoe ga je nu in gesprek met je niet-bezoeker? Hoe leer je de persoon kennen en hoe ontdek je welke drempels er eventueel ervaren worden bij museumbezoek?
Een belangrijke reminder werd door Dyonna direct aan het begin van de workshop aangehaald: er zijn geen quick wins! Het opbouwen van een relatie met niet-bezoekers vergt tijd, budget en motivatie veranderingen door te voeren. Ga er dus vanuit dat het een lang traject wordt en zorg voor commitment en continuïteit vanuit de organisatie.
In het rapport “Van de canon en de mug: een inventarisatie van inzichten rondom de culturele niet-bezoeker” van Koen van Eijck en Evert Bisschop Boele wordt onderscheid gemaakt tussen (regelmatige en incidentele) bezoekers, geïnteresseerde niet-bezoekers en niet-geïnteresseerde niet-bezoekers. Binnen deze groepen zijn uiteraard ook weer verschillen in de affiniteit met kunst en cultuur en de mogelijke drempels die zij daarin ervaren. Dyonna benadrukt dat de groepen die we identificeren als niet-bezoekers niet per definitie cultureel inactief zijn; dat zijn ze wel, maar vanuit een andere benadering van cultuur (d.w.z. niet de “mainstream” opvatting van cultuur, zoals die kan worden ervaren in instituties als musea, theaters e.d.).
Musea hebben bij het ontwikkelen van hun aanbod (onbewust) vaak een bepaalde groep in hun achterhoofd, waardoor aansluiting met andere groepen ontbreekt. De vraag is dan ook of instellingen bereid zijn aanpassingen in hun aanbod door te voeren? En in hoeverre zouden aanpassingen bestaande groepen bezoekers af kunnen stoten? Dyonna geeft aan dat er grote beslissingen mee gemoeid zijn, die niet onderschat moeten worden. Vraag je altijd af of de instelling er klaar voor is, zowel organisatorisch, als mentaal, want ook het innerlijke proces dat met een dergelijk traject gemoeid is, moet niet vergeten worden.
Wanneer je een groep hebt geïdentificeerd met wie je als museum in contact wilt komen om te achterhalen of en op welke manier er een relatie kan worden opgebouwd, dan is het goed te kijken of je binnen deze groep een sleutelfiguur kunt vinden. Zo’n persoon kan heel waardevol zijn om een groep binnen te komen, waarbij je je wel de vragen moet stellen of die persoon daadwerkelijk een sleutelfiguur is, hoe diegene in de groep ligt en hoe enthousiast die persoon is in het vormen van een mogelijke band tussen groep en museum.
Vervolgens is de vraag wie vanuit de instelling de juiste persoon is om het gesprek mee aan te gaan. De instelling zal altijd worden gelinkt aan de persoon met wie als eerste contact is geweest, dus het is belangrijk dat dit eerste contact soepel en positief verloopt. Zoek vooral iemand met empathisch vermogen. Ook is het van belang dat er sprake is van continuïteit; dat dezelfde persoon voor langere tijd de aanspreekpartner is. Zo kan er een vertrouwensband worden opgebouwd. Wanneer die er immers niet is, kun je ook niet verwachten dat men open en eerlijk is in de gesprekken die gevoerd worden.
Tot slot komen er nog een heel aantal tips voorbij voor het gesprek zelf. Bereid je goed voor wanneer je het gesprek aan gaat: doe studie en verdiep je in de achtergrond van de groep. Let ook op je woorden, lees bijvoorbeeld de publicatie Words matter van het Nationaal Museum van Wereldculturen en durf te vragen wanneer je je onzeker voelt over bijvoorbeeld voornaamwoorden: hoe mag ik je aanspreken? Als locatie kun je kiezen voor een neutrale plek, omdat het museum wellicht nog teveel negatieve associaties met zich meebrengt, maar vraag dit vooral aan je gesprekspartner; waar voelt deze zich prettig? En tijdens het gesprek: luister vooral en wees oprecht.