DE INCLUSIEVE WETENSCHAPSCLUB



Buitenschools leren over wetenschap is super waardevol. Hoe meer kinderen ervan kunnen profiteren, hoe beter. Het is belangrijk dat wetenschapseducatie toegankelijk en inclusief is. Daarmee bereiken we zoveel mogelijk kinderen en dragen we bij aan meer gelijke kansen.

Dit werkmateriaal helpt professionals om werkelijk toegankelijke en inclusieve wetenschapseducatie te bieden. De handvatten zijn gebaseerd op het project Inclusieve Wetenschapsclubs, van vier (natuur)wetenschapsmusea (Naturalis, Natura Docet, Museon | Omniversum en Natuurmuseum Fryslân), Hogeschool Leiden en de VSC.

Ben jij wetenschapseducator? Op deze pagina vind je de informatie die je nodig hebt om meer inclusieve wetenschapseducatie te maken. Onderzoek je eigen praktijk vanuit drie perspectieven: de professional, de omgeving en het kind. Stel jezelf kritische vragen, doe praktische kennis op en laat je inspireren.

LEES MEER

Waarom dit project?

Wetenschapseducatie die niet toegankelijk en inclusief is, sluit – vaak onbedoeld – bepaalde kinderen uit. Vooral kinderen uit etnische minderheidsgroepen en kinderen uit gezinnen met relatief weinig financiële middelen krijgen minder de kans om zich op het gebied van wetenschap te ontwikkelen. Niet elk kind heeft dezelfde toegang tot buitenschoolse wetenschapseducatie, of dat nu in het museum of in de wijk is. Als er dichtbij huis minder aanbod is, hebben sommige ouders simpelweg geen tijd, geld of vervoer om het kind te brengen.

Daarnaast blijkt uit onderzoek dat niet alle kinderen zich welkom voelen in een wetenschapsmuseum of ze hebben het gevoel dat wetenschap niet voor hen is. Soms komt dat door het gebrek aan diversiteit in de vertelde verhalen en getoonde objecten. Soms sluit de voorkennis of het taalgebruik niet goed aan. Een wetenschapsmuseum kan daarmee onbedoeld bestaande, ongelijke machtsstructuren en systemen reproduceren. Dit houdt kansenongelijkheid in stand.

Het is van groot belang dat kinderen voor wie dit minder vanzelfsprekend is, vanaf een jonge leeftijd ervaren dat wetenschap wel voor hen kán zijn. Op die manier ontwikkelen deze kinderen voor wetenschap een positief groeibesef. Dat vergroot de kans dat zij zich hierin verder willen en kunnen ontwikkelen. Dit leidt niet alleen tot meer mensen die zich bezighouden met wetenschap, maar ook tot meer diversiteit in het wetenschapsveld en daarmee tot een eerlijkere en inclusievere samenleving.

Wat hebben we gedaan?

Als pilotproject hebben we Inclusieve Wetenschapsclubs opgezet in wijken waar kinderen minder toegang hebben tot wetenschap. Daar hebben we veel van geleerd. We weten nu beter hoe we toegankelijke en inclusieve wetenschapseducatie in de wijk tot een succes kunnen maken. En – misschien wel het belangrijkste – welke rol jij daar als professional in hebt.

Het werkmateriaal – wat en voor wie

Het werkmateriaal biedt handvatten aan alle wetenschapseducatoren die zich willen inzetten voor een meer toegankelijke en inclusieve aanpak. Dat hoeft niet in de vorm van een club te zijn. Het materiaal is geschikt voor alle vormen van buitenschools leren over wetenschap.
We kijken naar de praktijk vanuit drie perspectieven.
• jij als professional en als mens
• jij en de omgeving (de mensen met wie je samenwerkt en je doelgroep)
• jij en het kind